Skip naar content

Toelichting op het gebruik van de Governance Code Cultuur 2019

De Code is bedoeld voor alle culturele organisaties die ervoor kiezen om deze Code te gebruiken, ongeacht rechtsvorm, besturingsmodel, financier(ing) en omvang. De Code sluit aan op financiële, juridische en fiscale kaders uit de geldende wet- en regelgeving en, voor zover van toepassing, op subsidievoorwaarden. Deze komt daar niet voor in de plaats.

Raad-van-toezicht-model is het uitgangspunt

In deze Code is het besturingsmodel met een raad van toezicht het uitgangspunt voor alle principes en aanbevelingen. Het raad-van-toezicht-model is niet het enig mogelijke besturingsmodel. Het is een veelgebruikt model met een duidelijke toedeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor het bestuur en het toezicht op het bestuur. Dit model biedt de mogelijkheid om bestuur en toezicht apart te behandelen en is daarom gekozen als uitgangspunt voor de Code.

Naast het raad-van-toezicht-model komt in de cultuursector geregeld het bestuur-model voor. Bij het bestuur-model liggen alle taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij het bestuur. Wanneer in dit model een directie is ingesteld blijft de verantwoordelijkheid voor de gang van zaken en de resultaten van de organisatie bij het bestuur liggen. De Code is ook geschikt voor organisaties met alleen een bestuur.

In de toolkit is een vertaalde versie van de Code opgenomen waarin u kunt lezen hoe de aanbevelingen en principes geïnterpreteerd moeten worden in een organisatie met een bestuur-directie-model.

Bewust omgaan met de code

De Governance Code Cultuur is een instrument voor goed bestuur en toezicht. De Code gaat over het gehele besturingsproces van een organisatie: beleid, besluitvorming, uitvoering, toezicht en verantwoording. De Code helpt bestuurders en toezichthouders bewust te reflecteren aan de hand van vragen als: ‘Hoe doen we het eigenlijk?’, ‘Waarom doen we het zo?’ en ‘Wanneer doen we het goed?’. Het gaat er niet om dat we alle regels kunnen afvinken, maar of er sprake is van bewust handelen. De Code bestaat uit acht principes. Bij elk principe zijn aanbevelingen opgesteld die concrete aanwijzingen geven voor handelen.

Principes

Voor de principes geldt ‘pas toe én leg uit’. De principes zijn ruim gesteld, maar ook verplichtend. Ze moeten gevolgd worden en omdat ze ruim geformuleerd zijn, vraagt dit om een toelichting hoe de organisatie deze heeft toegepast. Hierover wordt verantwoording afgelegd in het jaarverslag en op de website van de organisatie.

Aanbevelingen

Voor de aanbevelingen geldt ‘pas toe óf leg uit’. Dit beginsel houdt in dat de aanbevelingen uit deze Code moeten worden toegepast, tenzij de situatie zo is dat afwijken hiervan beter is voor de organisatie. Dit kan samenhangen met de aard, omvang of specifieke omstandigheden van de organisatie. Er kan alleen beargumenteerd worden afgeweken van de aanbevelingen. Over eventuele afwijkingen wordt verantwoording afgelegd. Het ‘pas toe óf leg uit’-beginsel doet recht aan de grote verscheidenheid aan organisaties in de cultuursector.

Maatschappelijke doelstelling

De culturele waarden die de organisatie wil creëren, overdragen en/of bewaren voor en in de samenleving, komen samen in de maatschappelijke doelstelling. Deze maatschappelijke doelstelling biedt de organisatie een kader voor haar strategie, beleid en uitvoering. Ook schept deze doelstelling ruimte voor dialoog met de belanghebbenden. Zo laat de organisatie zien hoe zij zich verhoudt tot de samenleving.

Belangenverstrengeling

In de Code wordt expliciet stilgestaan bij de diverse aspecten van belangenverstrengeling. Belangenverstrengeling is een situatie waarin een bestuurder of toezichthouder meerdere belangen of functies heeft die elkaar raken.

Ongewenste Belangenverstrengeling

Belangenverstrengeling kan voor culturele organisaties nuttig en zelfs nodig zijn, bijvoorbeeld in het kader van de fondsenwerving door bestuurders of de netwerkfunctie van toezichthouders. Bepaalde vormen van belangenverstrengeling kunnen ongewenst zijn, bijvoorbeeld als de belangen een zodanige invloed op elkaar hebben dat de onafhankelijkheid van een bestuurder of toezichthouder in het geding komt. Daardoor kan de organisatie worden beschadigd en vertrouwen en/of legitimiteit verliezen.

Tegenstrijdig belang

Tegenstrijdig belang is een zodanig direct of indirect persoonlijk belang van een bestuurder of toezichthouder dat deze niet meer in staat is om de belangen van de (culturele) organisatie op een integere, objectieve en onbevooroordeelde wijze te behartigen.

Toolkit: praktijk en hulpmiddelen

Naast de principes en aanbevelingen geeft de toolkit praktische ondersteuning bij de toepassing van de Code.