Skip naar content
Skip naar content

Interview Zakelijk Bekeken - Twee jonge zakelijk leiders over de valkuilen in het vak

Roel Funcken (Delft Fringe Festival) en Jojanneke van de Weetering (oa. Delft Chamber Music Festival) zijn beiden dertiger en zakelijk leider van een podiumkunstenfestival in Delft. Een dubbelinterview waarin ze reflecteren op hun functie. "Soms werkt die leeftijd tegen je."

Dubbelportret Roel Funcken en Jojanneke van de Weetering
Roel Funcken (Delft Fringe Festival) & Jojanneke van de Weetering (Delft Chamber Music Festival)

Vanzelfsprekend kennen Funcken en Van de Weetering elkaar goed. Van de Weetering: “Er zijn maar twee hoogwaardige podiumkunstenfestivals in Delft. Roel en ik zijn daar de zakelijk leider van. We zitten regelmatig met elkaar aan tafel.” Funcken: “Delft is een gemeente waar je behoorlijk op de barricade moet staan als het gaat om het realiseren van een podiumkunstenfestival. In Jojanneke heb ik gelukkig een medestander gevonden.”

Alleskunner

Het helpt dat ze generatiegenoten zijn, denkt Funcken. Daarin vinden ze veel overeenkomsten. Jojanneke van de Weetering vult aan: “Jonge zakelijk leiders beginnen meestal bij een kleine culturele organisatie, zij moeten daardoor van alles wel iets weten: marketing, productie, financieringsplannen, fondsenwerving. Van ons wordt veel bredere kennis verwacht.” Een schaap met vijf poten, zo voelt ze zich dan ook regelmatig, lacht Van de Weetering.

Financieel management

Bij veel kleine culturele organisaties is de zakelijk leider als zzp’er aan de club verbonden. Dat levert extra druk voor haar op, erkent Van de Weetering. “Hoe besteed ik mijn tijd en geld het best? Wat moet ik nou echt heel goed kunnen? Daar maak ik continu keuzes in.” Het afgelopen jaar merkte Van de Weetering dat ze behoorlijk aanliep tegen het financieel management. “Daar heb ik weinig kaas van gegeten. Ik merkte dat ik volledig vertrouwde op de boekhouder. En dat is natuurlijk niet de bedoeling.”

Ze gaat daarom nu een cursus volgen, daar investeert ze graag in: “‘Financieel management voor niet financiële managers in de non profit sector’, zo heet het. Als het bestuur mij straks bevraagt over de jaarrekening kan ik tenminste zelf antwoord geven, anders blijft dat financiële onderdeel ieder jaar een zwak punt.”

Foto Delft Chamber Music Festival
Delft Chamber Music Festival

Vertrouwensband

Van de Weetering merkte de afgelopen jaren dat de relatie met het bestuur van essentieel belang is. Naast dat ze als zakelijk leider werkt voor het Delft Chamber Music Festival, een van de meest toonaangevende kamermuziekfestivals in Nederland, is ze ook zakelijk leider van twee andere muziekfestivals: het Stiftfestival- het kamermuziekfestival van Oost-Nederland- en Who’s Next- een festival vol klassieke muziek voor middelbare scholieren in Almere. “Ik heb met drie besturen te maken, en die bestaan weer uit losse personen. Iedereen wil op een andere manier betrokken en geïnformeerd zijn. Ik vind het oprecht het moeilijkste onderdeel van mijn werk om daar een balans in te vinden.”

Waarom vertrouwen ze er niet gewoon op dat ik het goed doe?: die vraag hield haar in die eerste periode behoorlijk bezig, vertelt Van de Weetering. Af en toe raakte ze er zelfs gefrustreerd door. “Ik dacht: laat mij lekker, ik zie jullie wel bij de vergadering.” Die houding werkte alleen niet. Vandaar ook haar tip: “Informeer het bestuur in die eerste fase liever te veel, dan te weinig.” Uiteindelijk levert dat je meer vrijheid op. Het is een les die ze zelf graag had gekregen. “Creëer eerst een vertrouwensband, dat is ontzettend belangrijk.”

Foto Who's Next Festival
Who's Next Festival

'Jonge honden-imago'

Funcken liep in die eerste periode als zakelijk leider vooral aan tegen het ‘jonge honden-imago’ van zijn club. Niet in de laatste plaats door zijn eigen houding. In 2013 begon hij op zijn 25e bij Delft Fringe Festival, waar een nieuwe generatie podiumkunstenaars wordt gepresenteerd op bijzondere en onverwachte plekken. "'Zullen we mij voorlopig geen directeur noemen?’, vroeg ik aan mijn eigen medewerkers.” Hij denkt eraan terug en zucht: “Het voelde een beetje als een te grote schoen. Ik dacht: laat mij eerst maar eens wat presteren.”

Ook merkte hij dat hij bij de gemeente Delft maar moeizaam een voet tussen de deur kreeg. Funcken: “Die leeftijd kan ook tegen je werken.” Hij merkte dat ze niet door alle beleidsmakers serieus werden genomen. “De afgelopen jaren waren best een worsteling, zeker omdat er in Delft ook wel een sentiment hangt van: ‘Vroeger was alles beter’. Terwijl wij juist nieuwe makers een zetje willen geven.” Daar kwam bij dat het festival tot zijn komst voornamelijk door vrijwilligers werd georganiseerd. Funcken zag het als zijn taak om te professionaliseren, daar was meer geld voor nodig. Funcken: “Hoe krijg je het aan de gemeente verkocht dat hetzelfde festival opeens tien keer zo duur is?”

Dat was geen makkelijke opgave, geeft hij toe. Maar het is hem wel gelukt. De financieringsbijdrage van de gemeente aan het Delft Fringe Festival is in vijf jaar tijd verdrievoudigd. En dat in de gemeente waar het minst wordt uitgegeven aan kunst en cultuur van heel Nederland. Hoe heeft hij dat voor elkaar gekregen? Vasthoudendheid. En daarnaast: “Met goed doordachte plannen en concrete oplossingen komen. En alles altijd vanuit het positieve benaderen.”

Hij heeft een advies dat het festival in het proces naar volwassenwording heeft geholpen. Funcken: “Stel een diverse raad van toezicht samen. Onze raad bestaat uit leden die allemaal ouder zijn dan ik, dat was zeker ook een strategische keuze. Daarnaast hebben we ze gevraagd om- vanuit hun eigen portefeuille- mee te denken met bepaalde vraagstukken.” Het was een essentiële zet: “Ik kan ze altijd bellen. We zijn nog steeds een jongehondenclub, maar we hebben niet alleen maar jonge honden-ideeën.
Dit is inmiddels voor onze financiers wel zichtbaar geworden.”

Foto van Dance Company The Kitchen (Delft Fringe Festival 2018)
Dance Company The Kitchen, Delft Fringe Festival 2018, foto: © Karym Ahmed

Vraag om hulp

De grote lijnen uitzetten en mensen meekrijgen, dat is ideaal gezien waar je je als zakelijk leider vooral mee bezighoudt, vindt zowel Funcken als Van de Weetering. Met een kleine festivalorganisatie onder je, en zeker met drie, is het wel eens lastig om los te komen van de dagelijkse realiteit van mails beantwoorden en van vergadering naar vergadering rennen. Van de Weetering: “Er is een ontzettend groot tekort in de culturele sector aan zakelijk leiders met een beetje verstand van zaken. Ik heb gemerkt
dat ik het vak goed beheers, maar voor je het weet verlies je- met verschillende organisaties onder je- die grote lijnen uit het oog."

Van de Weetering heeft dit aan de lijve ondervonden, en heeft daarom nog één belangrijk advies: neem een coach in de armen. “Door een coachingstraject dat ik dit jaar heb gevolgd weet ik dat ik het inmiddels niet allemaal zelf kán doen: je hebt iemand nodig die je een spiegel voorhoudt en die je van advies voorziet.” Inmiddels spreekt ze iedere maand met haar coach af: “Met haar neem ik alle zaken waar ik tegenaan ben gelopen helemaal door. Het is een investering in jezelf, maar het levert je zoveel op.”

Scherp blijven

Zien ze zichzelf als ondernemer? Beiden zeggen- na even aarzelen- ‘ja’ op deze vraag. Het zoeken van samenwerkingspartners en sponsoren, de lobby richting de gemeente en het continu creëren van meer draagvlak en financiële armslag, daar gaat het om. Van de Weetering: “Ik heb bijvoorbeeld een evenement opgezet in Delft waar aandacht was voor sponsorwerving. Dan is het mijn taak om vervolgens een follow-up te organiseren zodat mensen zich daadwerkelijk committeren.” Funcken beaamt dit: “Je moet altijd je ogen openhouden voor wat er speelt in de sector en in de maatschappij. Als je niet continu scherp blijft op het ondernemerschap kun je veel verliezen als organisatie.”

Ben je zelf een startende zakelijk leider en heb je behoefte aan begeleiding door een ervaren vakgenoot? Cultuur+Ondernemen biedt hiervoor een speciaal programma: Mentoring voor Startende Zakelijk Leiders. Lees meer